We zitten midden in grote transities – energie, water, landbouw, maar ook maatschappelijk en spiritueel. En juist in die transities zie ik steeds dezelfde paradox terugkomen: in onzekere tijden verlangen we naar zekerheid.
De reflex die daar vaak op volgt, is om leiderschap groter te maken. Iemand die richting geeft, een pad uitstippelt, beslissingen neemt. Maar misschien is dat precies de oude reflex die ons gevangen houdt. Misschien zijn alle leiderschapstrainingen, de focus op leiderschap, en de roep dat iedereen zijn of haar ‘persoonlijk leiderschap’ moet ontwikkelen, wel reflexen van hetzelfde oude patroon.
Leiderschap wordt overschat
In onze westerse cultuur hebben we leiderschap op een voetstuk gezet. De leider als degene die de koers bepaalt, inspireert en knopen doorhakt. Maar die verheerlijking heeft ook een keerzijde: burn-outs, korte termijnkeuzes, organisaties die hun bedding verliezen. En laten we eerlijk zijn: leiders wisselen ook steeds sneller van positie. Leiderschap dat zekerheid moest geven, brengt vaak juist onrust. Misschien moeten we daarom wel stevige kanttekeningen plaatsen bij de huidige functie van leiderschap.
Hoederschap
Wat nauwelijks aandacht krijgt, is hoederschap. De kunst om te bewaken, te dragen en te behoeden. Hoeders zorgen voor bedding, waarden, ritme en de lange lijnen. Zij houden het fundament vast waarbinnen richting en vernieuwing veilig kunnen ontstaan.
Stel je eens voor dat we dat fundament voorop zetten. Dat leiderschap niet langer een positie is, maar een talent dat je situationeel inzet wanneer er richting of daadkracht nodig is. Dan verandert de dynamiek: organisaties blijven drijven, leiderschap wordt tijdelijk en flexibel, en het feminine krijgt eindelijk de plek die het verdient – niet als bijzaak, maar als grote systemische kracht en bedding.
Net zoals bij oude inheemse volken, die in de winter een andere leider aanwezen (voor tijden van schaarste) dan in de zomer (voor tijden van overvloed en verdeling).
Feminien en masculien
Dit raakt aan een eeuwenoud spanningsveld. Lang was het feminiene – zorg, ritme, natuur, verbinding – de dragende laag, Moeder Aarde. Met de moderne tijd schoof het masculiene naar voren – richting, beheersing, snelheid, controle. Dat bracht ons veel, maar ook roofbouw: uitputting van mensen én van de aarde.
Kijkend naar de natuur is het feminiene de dragende laag: de bodem, de seizoenen, de cycli. Het masculiene verschijnt daarbinnen als momenten van richting, kracht en beweging.
Dit gaat niet over man of vrouw. Het gaat over archetypische principes die we allemaal in ons dragen. Twee krachten die elkaar nodig hebben – bedding en richting, cycli en daadkracht. Zoals yin en yang.
Beide zijn nodig
Hoederschap is geen pleister op alles. Zonder richting kan het verlammen. Maar zonder hoederschap mist leiderschap betekenis. In deze tijd hebben we beide nodig – maar in de juiste volgorde:
- Eerst hoederschap: waarden, samenhang, ritme.
- Daarna leiderschap: situationeel, tijdelijk, in dienst van het geheel.
Hoe kan je dit toepassen in een organisatie?
Dit vraagt geen revolutie, maar wel een andere ordening van rollen.
Begin klein: stel een groep hoeders aan die het ritme, de waarden en de integriteit bewaken – de lange lijnen van het bedrijf. Laat leiderschap niet vastzitten in een functiehuis, maar gebruik het situationeel – een tijdelijke rol die iemand opneemt bij een project, een programma of een crisis. Teamleden leren zo dat leiderschap geen status is, maar een talent dat op het juiste moment wordt ingezet. Het geheel blijft drijven, ook als de richting tijdelijk wisselt. En misschien halen we zo ook de misvatting onderuit dat managers per definitie leiders zouden zijn – of andersom.
Vier praktische stappen:
- Maak leiderschap situationeel Wijs per project of besluit een richtinggever aan. Die krijgt tijdelijk mandaat, binnen de grenzen die de hoeders bewaken. Na afronding valt de rol terug in het collectief.
- Integreer hoederschap in besluitvorming Voeg in MT-overleggen een eenvoudige check in: Wat betekent dit voor ons ritme? Voor onze waarden? Voor onze mensen? Daarmee voorkom je dat besluiten puur op targets of snelheid worden genomen.
- Meet ook de bedding Naast KPI’s rapporteert het MT maandelijks over ‘bedding-indicatoren’: energie van teams, samenwerking, voorspelbaarheid van ritme, uitval of verloop. Zo wordt de balans tussen masculien en feminien zichtbaar.
- Verander de taal Spreek niet alleen over ‘targets halen’, maar ook over ‘ritme houden’. Niet alleen over ‘leiderschap tonen’, maar ook over ‘hoederschap vervullen’. Taal vormt cultuur.
Is dit niet te soft?
Sommigen zullen zeggen: “Dit klinkt mooi, maar is te vaag of te soft.” Of: “Transities vragen juist snelheid, geen extra lagen.” Dat herken ik. Maar hoederschap is geen excuus om eindeloos te behoeden. Juist omdat er bedding is, kan leiderschap scherper, korter en doelgerichter worden ingezet. Het floreert in de bedding van de lange lijnen.
Anderen zullen zeggen: “Is dit niet gewoon dienend leiderschap of holacracy?” Er zijn zeker verwante stromingen. Wat ik toevoeg, is dat hoederschap de eerste laag is. Niet impliciet, maar expliciet georganiseerd en gewaardeerd – misschien wel belangrijker dan management- of leiderschapslagen.
Verbinding met mijn eerdere blogs
In mijn eerdere blogs schreef ik over hoe ons denken zijn ziel verloor (rond de zomer) en hoe hoop, verlangen en onze verbinding met de natuur ons opnieuw richting kunnen geven (begin dit jaar n.a.v. een aflevering van de Ongeloofelijke podcast met Jan Rotmans). Diezelfde beweging zie ik hier terug, maar dan toegepast op organiseren en leidinggeven.
Het gaat telkens om dezelfde vraag: wat is de dragende laag?
- In ons denken: de ziel.
- In ons handelen: hoop en verbondenheid met de natuur en alles om ons heen.
- In ons organiseren: hoederschap.
Pas als we die lagen weer centraal stellen, kunnen leiderschap, data of daadkracht hun juiste plek vinden – niet als hoogste goed, maar als instrument in dienst van het geheel.